Vlaanderen kan bijna starten met de preventieve veiligheidsbeoordelingen, -audits, en –inspecties van haar weginfrastructuur. De procedures hiervoor staan op papier. Binnenkort volgen nog de laatste praktische afspraken over de inhoud van de verslagen, het doorspelen van de resultaten en de organisatie van de opleidingen van de auditoren.

Preventieve tests
Vlaanderen zal voortaan een verkeersveiligheidseffectbeoordeling, een verkeersveiligheidsaudit en een verkeersveiligheidsinspectie uitvoeren van alle infrastructuurwerken aan de Vlaamse wegen op het TEN-net. Op basis van de resultaten kunnen de nodige maatregelen worden genomen om de veiligheid van de weggebruiker te verbeteren.

Het verkeersveiligheidsdecreet van 17 juni 2011 creëert een algemeen kader voor deze preventieve tests. Vandaag is ook duidelijk wie deze tests mag uitvoeren en wat ze precies inhouden. Hierdoor kan Vlaanderen binnenkort van start gaan met haar onderzoeken. Elk project dat wordt opgestart op of na 29 april 2012 zal onder de loep worden genomen. De Vlaamse minister voor Openbare Werken en de Vlaamse minister voor Mobiliteitsbeleid en Vervoer zullen wel nog een aantal praktische zaken op papier moeten zetten zoals de inhoud en de vorm van de onderzoeksverslagen, de manier van communicatie tijdens en na de tests en de concrete organisatie van de opleidingen van de verkeersveiligheidsauditoren.

Verkeersveiligheidseffectbeoordeling
De wegbeheerder staat in voor de uitvoering van de verkeersveiligheidseffectbeoordelingen. Elk infrastructuurproject wordt in de planningsfase aan deze test onderworpen. De test bestaat uit 6 onderdelen:

1. definitie van het probleem: de wegbeheerder geeft een omschrijving van het probleem dat zich voordoet op vlak van verkeersveiligheid, doorstroming of een ander aspect. Hij doet dit op basis van de (correcte, relevante en actuele) gegevens die hij ter beschikking heeft;
2. huidige situatie en ‘nietsdoen’-scenario: een omschrijving, op korte en op lange termijn, van het huidige verkeersveiligheidsniveau en de evolutie ervan in het ‘nietsdoen’-scenario;
3. verkeersveiligheidsdoelstellingen: een opsomming van de verkeersveiligheidsdoelstellingen die minimaal moeten worden nagestreefd;
4. beoordeling van de gevolgen voor de verkeersveiligheid van de voorgestelde alternatieven;
5. vergelijking van de alternatieven (inclusief kosten-baten);
6. presentatie van de mogelijke oplossingen en gemotiveerde keuze: opsomming van de alternatieven die voldoen aan de vooropgestelde verkeersveiligheidsdoelstellingen en de motieven van de uiteindelijke keuze voor een bepaald alternatief.

Bij deze beoordeling wordt minstens rekening gehouden met:
al dan niet dodelijke ongevallen, verminderingsdoelstellingen tegenover ’nietsdoen’-scenario;
routekeuze en verkeerspatronen;
mogelijke gevolgen voor het bestaande wegennet, zoals afritten, kruispunten en overwegen;
weggebruikers, met inbegrip van kwetsbare weggebruikers, zoals motorrijders, fietsers en voetgangers;
verkeer, zoals verkeersvolumes en onderverdeling per vervoerstype;
seizoens- en weersomstandigheden;
aanwezigheid van een voldoend aantal veilige parkeerterreinen.
De wegbeheerder stelt van elke beoordeling een verslag op. Hoe dit er moet uitzien, moet nog worden vastgelegd.

Verkeersveiligheidsaudit
Een verkeersveiligheidsauditor onderwerpt elk infrastructuurproject aan een verkeersveiligheidsaudit in de voorontwerpfase, de fase van het gedetailleerd ontwerp, de fase voor de ingebruikneming en de fase van eerste gebruik.

De initiatiefnemer van het infrastructuurproject duidt de auditor aan. Het is iemand die niet bij het ontwerp of de exploitatie van het project betrokken is en dat een getuigschrift van de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor kan voorleggen. Dit getuigschrift wordt uitgereikt aan iedereen die met minstens 60% slaagt in de opleiding tot verkeersveiligheidsauditor. Deze opleiding bestaat uit 60 uur theorie over de basiselementen van het verkeersveiligheidsbeheer (ongevallen, verkeersveiligheidsbehoeften weggebruikers, enz.) en over de procedures van verkeersveiligheidsbeheer ( juridische basis, doelen verkeersveiligheidseffectbeoordeling en audit, enz.). Daarnaast doorlopen de cursisten ook een praktische opleiding van 20 uur waarin ze onder meer in een gevalstudie elke fase van een audit behandelen. De minister staat in voor de praktische organisatie van deze opleiding. Onder bepaalde voorwaarden krijgt een verkeersveiligheidsauditor met een getuigschrift een bekwaamheidscertificaat. Dat certificaat is 5 jaar geldig. Het kan verlengd worden als de auditor minstens 20 uur (in bepaalde gevallen 60 uur) bijscholing heeft gevolgd tijdens de laatste 5 jaar.

De verkeersveiligheidsaudit mag ook door een team worden uitgevoerd. In dat geval moet minstens één persoon van het team het getuigschrift bezitten. De initiatiefnemer van het project moet de auditor in elke fase van het project de nodige informatie bezorgen. Welke gegevens en documenten precies worden doorgegeven zal nog worden vastgelegd.

Net zoals de verkeersveiligheidseffectbeoordeling wordt ook bij de audit met een aantal minimumelementen rekening gehouden zoals de functionaliteit van de weg binnen het wegennet, de zichtbaarheid of de invloed van de omgeving van de weg. De elementen variëren naargelang de fase van het project waarin de audit wordt uitgevoerd.

Tijdens de fase voor de ingebruikneming en de fase van het eerste gebruik brengt de auditor minstens één plaatsbezoek. De auditor stelt van elke audit een verslag op dat resulteert in aanbevelingen op gebied van verkeersveiligheid. Ook over de inhoud van dit verslag volgt nog een ministerieel besluit.

Classificatie weggedeelten
Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare werken staat in voor de classificatie van weggedeelten met een hoog aantal ongevallen en van de verkeersveiligheid van het wegennet. Hierbij houdt het rekening met het aantal ongevallen met dodelijke afloop van de voorbije jaren. De webbeheerder zal die classificatie om de 3 jaar beoordelen. Bedoeling hiervan is tot een lijst te komen van ‘prioritair te behandelen weggedeelten waarvoor een infrastructuurverbetering zeer doelmatig is’.

Op elk ‘prioritair weggedeelte’ van deze lijst wordt een deskundigenteam afgestuurd voor inspectie. Zij gaan minstens 2 keer ter plaatse om de situatie te onderzoeken. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de verbeteringsmaatregelen die door het deskundigenteam worden aanbevolen. De maatregelen met de beste kosten-batenverhouding krijgen hierbij de voorkeur.

De wegbeheerder voert meermaals per jaar visuele controles uit en minstens een keer per jaar een grondige inspectie van de bouwtechnische kenmerken. Hij zal tweejaarlijks een verslag opstellen van de uitgevoerde inspecties.

Tot slot zal de wegbeheerder de weggebruikers via zijn website en andere kanalen op de hoogte brengen van weggedeelten met een hoog aantal verkeersongevallen.

In werking…
Het besluit van 3 februari 2012 treedt in werking op 29 april 2012, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Ook het decreet van 17 juni 2011 treedt in werking. De Vlaamse regering heeft voor die inwerkingtreding geen aparte datum vastgesteld.
Wettekst: eJustice