Een onbetaald schuldeiser die goederen van de schuldenaar in zijn bezit had voor het faillissement en hierop retentierecht uitoefent, verliest het recht dit retentierecht te realiseren (de goederen te verkopen) bij faillissement:  na faillissement is enkel de curator bevoegd om de goederen die een schuldeiser onder zich houdt in het kader van een retentierecht te realiseren.

 

De schuldeiser krijgt dan wel een voorrecht.

 

In internationaal en privaat recht geldt bij faillissementen de Europese insolventieverordening.

   

Krachtens art. 4 van de insolventieverordening worden de insolventieprocedure en de gevolgen ervan beheerst door het recht van de lidstaat waar de procedure werd geopend.  

 

Bij een mogelijke tegenstrijdigheid van de wetgeving van verschillende staten voor wat betreft de rechten van partijen, bepaalt de insolventieverordening dat een secundaire faillissementsprocedure kan worden geopend in een ander land.

 

Indien geen secundaire procedure wordt geopend, is het recht van de staat waar het faillissement werd uitgesproken van toepassing.

(Zie Rechtbank van Koophandel Tongeren, eerste kamer, 24.05.2012, RW 2012-13, blz. 1154 e.v.)