-Rechtsingang:

Ofwel door dagvaarding, beteken door een gerechtsdeurwaarder waarmee de tegenpartij wordt opgeroepen om voor de rechter te verschijnen;

 

Ofwel door vrijwillige verschijning van partijen;

 

Ofwel bij eenzijdig verzoekschrift gericht aan de rechter en waarvan geen kennis wordt gegeven aan een tegenpartij.

 

Voor wat betreft de dagvaarding is er een minimum wachttermijn tussen de datum van betekening van het exploot van dagvaarding aan de gedaagde en de datum van inleidingzitting voor de rechtbank waarop ze wordt uitgenodigd te verschijnen.

 

De gewone termijn van dagvaarding bedraagt acht (vrije) dagen.

 

Voor wie geen woon -, verblijf -, of gekozen woonplaats in België heeft, wordt de gewone dagvaardingstermijn verlengd.

 

In Kortgeding bedraagt de termijn van dagvaarding ten minste twee dagen.

 

In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de rechtbank toelating geven om van dag tot dag of uur tot uur te dagvaarden.

 

Rolstelling:

Iedere zaak wordt in volgorde van binnenkomst ingeschreven op een algemene rol die op de griffie van het gerecht wordt gehouden.

 

Bij de rolstelling int de griffier rolrechten en legt hij het dossier van rechtspleging aan.

 

Vrijwillige verschijning is nagenoeg vorm- en sanctieloos.

 

Er wordt een proces-verbaal opgemaakt dat door partijen, de rechter en zijn griffier ondertekend wordt en waarin partijen verklaren vonnis te vragen.

 

Op de zittingsdag zelf of gedurende de zitting moeten de partijen of één van hen ervoor zorgen dat de zaak op de algemene rol van de rechtbank wordt ingeschreven.

 

Ingeval de wet dit toestaat, kan ook door middel van een contradictoir verzoekschrift een zaak aanhangig gemaakt worden.

 

De rechtspleging op contradictoir verzoekschrift mag niet worden verward met deze op eenzijdig verzoekschrift.

 

Het gebruiken van een eenzijdig verzoekschrift kan maar wanneer de wet dit toelaat (bijvoorbeeld bij een procedure Kortgeding).

 

Inleidende zitting:

De datum van de inleidingzitting wordt in het exploot van dagvaarding door de eisende partij bepaald of bij de oproeping na verzoekschrift door de griffier of door beide partijen bij een vrijwillige verschijning.

 

De zaken worden op de inleidende zitting opgeroepen in de volgorde van hun inschrijving op de algemene rol.

 

Verschijnen partijen betekent dit, dat zij effectief deelnemen aan een proces zodat dit op tegenspraak kan worden behandeld.

 

Partijen kunnen hetzij in persoon verschijnen, hetzij vertegenwoordigd worden door een advocaat.

 

Een advocaat dient geen enkel bewijs te leveren van enige volmacht.

 

Er is een vermoeden van volmacht, dat weerlegbaar is.

 

Advocaten van partijen kunnen in principe ook op de inleidende zitting schriftelijk verschijnen.

 

Wanneer een zaak niet voor ernstige betwisting vatbaar is of slechts een beperkte betwisting kent, kan zij op de inleidingzitting met korte debatten worden weerhouden, dan wel verdaagd op korte datum.

 

Wanneer partijen de zaak niet bij korte debatten kunnen behandelen en zij geen akkoord hebben omtrent de verzending naar de rol of een verdaging, wordt door de rechter een kalender opgesteld.

 

Een procedure bij verstek wordt gevoerd, wanneer werd vastgesteld, dat één van de partijen, hoewel regelmatig opgeroepen, niet ter zitting verschenen is, weze het op de inleidingzitting of een latere zitting waarop de zaak is verdaagd en deze partij niet concludeert.

 

Verstek verlenen gebeurt niet automatisch, maar moet door een partij worden gevorderd.

 

Een verstekprocedure kan aanleiding geven tot een verstekvonnis.

 

 

De behandeling van de zaak op tegenspraak:

Het principe van de tegenspraak brengt met zich mee, dat partijen alle stukken die zij in het kader van het geding aan de rechter wensen te overhandigen aan elkaar moeten mededelen.

 

Het gaat om alle mogelijke bewijsstukken of bewijsmateriaal waarvan men gebruik maakt.

 

Alle stukken die niet zijn medegedeeld, worden ambtshalve uit de debatten geweerd.

 

De stukken moeten in een inventaris worden opgenomen.

 

Conclusie:

Een conclusie is een geschreven akte waarin een procespartij haar eisen of verweer formuleert ten aanzien van de tegenpartij en ten aanzien van de rechter.

 

De conclusie bevat de eisen, de tegeneisen, de excepties en verweermiddelen van een partij.

 

In een conclusie dient een duidelijk standpunt ingenomen te worden.

 

Partijen moeten in de zaken die niet op de inleidingzitting behandeld zijn, conclusies nemen.

 

Conclusies bevatten een feitelijke en een uiteenzetting in rechte.

 

Het origineel van de conclusie moet door een partij of haar advocaat ter griffie worden neergelegd.

 

Onder de term “syntheseconclusie” dient begrepen te worden, dat alles in die ene (laatste) conclusie moet vervat zijn en niet dat het om één of andere vorm van samenvatting moet gaan.

 

Vanaf het moment dat partijen een tweede conclusie in een zaak neemt, moet deze de vorm aannemen van een syntheseconclusie.

 

Rechtsdag:

Een rechtsdag is een terechtzitting waarop een zaak in principe door de procespartijen wordt gepleit en door de rechter in beraad wordt genomen.

 

Rechtszitting:

Op de rechtsdag wordt de zaak mondeling behandeld, tenzij partijen opteren voor de schriftelijke behandeling.

 

De zitting is in principe openbaar.

 

Partijen kunnen in persoon of vertegenwoordigd door hun advocaat hun zaak pleiten.

 

Een pleidooi is een mondelinge toelichting ter zitting door een procespartij van wat zij reeds in regelmatig genomen conclusies heeft ontwikkeld.

 

De rechter is niet verplicht rekening te houden met middelen die een partij enkel in een pleidooi heeft voorgebracht.

 

Het is mogelijk dat een zaak niet volledig kan worden behandeld op de zitting waarop zij vastgesteld staat.

In dat geval kan de zaak op een volgende zitting in voortzetting worden gesteld, om verder behandeld te worden.

 

 

 

 

Berechting van de zaak:

Sluiting van de debatten:

Onmiddellijk na de pleidooien worden de debatten gesloten.

 

Vanaf de sluiting van de debatten begint de termijn van het beraad van één maand.

 

Na de sluiting van de debatten mogen geen stukken, nota’s of conclusies worden neergelegd, tenzij in toepassing van het repliekrecht op het advies van het Openbaar Ministerie.

 

Er wordt wel voorzien in de mogelijkheid de debatten te heropenen, dit op verzoek van een partij of ambtshalve door de rechter en dit voor het vonnis is uitgesproken.

 

Beraadslaging:

Na de sluiting van de debatten heeft de rechter één maand om uitspraak te doen.

 

Vanaf het moment dat de uitspraak meer dan één maand wordt uitgesteld, dient de griffier de zaak te vermelden op een lijst.

 

Wanneer het beraad langer dan drie maanden duurt, dient de rechter zelf zijn korpschef te verwittigen en daarenboven de eerste voorzitter van het Hof van Beroep.

 

Uitspraak:

Een vonnis is een uitspraak van de vrederechter, de politierechter, de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel of de arrondissementsrechtbank

 

Een arrest is een uitspraak van het Hof van Beroep, het Arbeidshof, Hof van Cassatie.

 

Ook beslissingen van het Hof van Assisen, de Raad van State, en het Arbitragehof worden arrest genoemd.

 

Een beschikking is de uitspraak van de voorzitter van een rechtbank, de vrede- of politierechter uitspraak doende in Kortgeding of op eenzijdig verzoekschrift of een uitspraak op eenzijdig verzoekschrift van de beslagrechter.

 

De uitspraak in procedures zoals in Kortgeding worden dan beschikking, dan weer vonnis genoemd.

 

Een einduitspraak is een uitspraak waarbij de rechtsmacht van de rechter uitgeput is over een geschilpunt, behoudens rechtsmiddelen.

 

Het gaat dus niet enkel om beslissingen waarbij het geschil in zijn totaliteit wordt beslecht, maar ook om iedere uitspraak waarin over een bepaald geschilpunt de rechtsmacht van de rechter wordt uitgeput.

 

In een uitspraak alvorens recht te doen, beveelt de rechter een voorafgaande maatregel om de eis te onderzoeken of om de toestand van partijen voorlopig te regelen.

 

In de eerste plaats kan het gaan om een uitspraak waarbij een onderzoeksmaatregel (bijvoorbeeld een deskundig onderzoek) wordt bevolen, verduidelijkende handelingen van partijen worden gevraagd of de debatten worden heropend.

 

In de tweede plaats gaat het om uitspraken waarbij, in afwachting van een einduitspraak, al een provisionele maatregel wordt genomen of een provisionele vergoeding wordt toegekend.

 

Bij een onduidelijke of dubbelzinnige beslissing kan uitleg gevraagd worden.

 

Bij een verschrijving of misrekening kan de rechter deze verbeteren.

 

Een vordering tot uitleg of verbetering kan enkel worden ingesteld door de partijen betrokken bij de oorspronkelijke procedure.

 

Onder betekening wordt de afgifte van het afschrift van een akte bij gerechtsdeurwaarderexploot verstaan.

 

Een vonnis wordt ter kennis gegeven via de post.

 

Een vonnis kan evenwel pas ten uitvoer worden gelegd na de betekening van de uitgifte voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging.

 

Deze betekening heeft tot doel te verzekeren dat de veroordeelde partij zeker kennis krijgt van het vonnis en de eventuele uitvoering ervan.

 

Deze betekening heeft tot gevolg dat de gedwongen uitvoering meteen mogelijk wordt, behoudens wanneer het gaat om een veroordeling tot betaling van een geldsom, waarbij het vonnis pas een maand na betekening uitvoerbaar is, tenzij het vonnis anders bepaalt.

 

De betekening is tevens van belang bij verbeurte van een dwangsom en voor de aanvang van de termijnen voor het instellen van een rechtsmiddel.

 

In ieder eindvonnis verwijst de rechter de in het ongelijk gestelde partij in de kosten.

 

Wanneer er verschillende verliezende partijen zijn, worden de kosten per hoofd verdeeld.

 

 

-Incidenten:

In de loop van het geding kan de eisende partij haar oorspronkelijke eis wijzigen, nieuwe eisen tussen de gedingpartijen instellen of aanvullende eisen formuleren.

 

Verweerder kan op zijn beurt een tegeneis instellen.

 

Elke is die in de loop van het rechtsgeding wordt ingesteld een tussengeschil genereert, is een incidentele eis.

 

Partijen kunnen ook afstand doen van de door hen ingestelde eisen.

 

Ook een derde kan uit vrije beweging in een procedure die hij zelf niet heeft ingeleid, of die niet tegen hem werd gericht, vrijwillig tussenkomen.

 

De vrijwillige tussenkomst strekt ertoe door de rechter te laten vaststellen dat het betwiste recht aan hem toebehoort dan wel ervoor te zorgen dat zijn rechten niet worden aangetast door de uitslag van de procedure.

 

Een partij heeft ook het recht om een derde persoon in het geding te betrekken door middel van een gedwongen tussenkomst.

 

Mogelijke bijkomende procedures:

-wraking van de rechter

-ontkentenis van proceshandeling

-bewijsprocedure

-schriftonderzoek en valsheidprocedure

-getuigenbewijs

-deskundigenonderzoek

-verhoor van partijen

-eedaflegging

-plaatsopneming

-vaststelling door een gerechtsdeurwaarder.

 

Rechtsmiddelen:

De gewone rechtsmiddelen zijn verzet of hoger beroep.

 

In principe kan verzet worden ingesteld tegen ieder verstekvonnis en hoger beroep tegen ieder vonnis bij verstek op tegenspraak gewezen.

 

Er kan geen verzet of hoger beroep worden ingesteld tegen akkoordvonnissen, ingeval van berusting, tegenbeslissingen of maatregelen van inwendige aard of tegen bepaalde onderzoeksmaatregelen.

 

Verzet is een rechtsmiddel strekkende tot intrekking of wijziging van een beslissing bij verstek gewezen door de rechter die het bestreden vonnis of arrest heeft uitgesproken.

 

Het verzet kan op twee wijzen worden ingesteld:

Ofwel wordt het verzet betekend bij gerechtsdeurwaarderexploot

Ofwel kan met instemming van partijen een vrijwillige verschijning dit exploot vervangen.

 

De termijn om verzet aan te tekenen bedraagt één maand te rekenen vanaf de betekening van het vonnis.

 

Heeft de niet verschenen partij geen woon – of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in België, wordt de termijn van verzet verlengd.

 

Behoudens uitzonderingen (uitspraken bij voorraad uitvoerbaar), schorst het verzet de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis.

 

Hoger beroep:

Is een gewoon rechtsmiddel dat de wet ter beschikking stelt van de rechtzoekende om een vonnis in eerste aanleg, waarbij hij partij was en waardoor hij geschaad acht, voor een hogere rechter aan te vechten teneinde de hervorming of vernietiging van die beslissing te bekomen.

 

Vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en van de rechtbank van koophandel waarbij uitspraak wordt gedaan over een eis waarvan het bedrag de 1.860 € niet overschrijdt, worden gewezen in laatste aanleg.

 

Hetzelfde geldt voor vonnissen waarbij de vrederechter en zonodig de politierechtbank, uitspraak doet over een eis waarvan het bedrag de 1.240 € niet overschrijdt.

 

Het hoger beroep kan enkel worden ingesteld tegen wie in eerste aanleg partij was en voor de eerste rechter tegengestelde belangen verdedigde.

 

Het recht op hoger beroep bestaat in principe zodra het vonnis is uitgesproken en kan, zolang het vonnis niet is betekend, gedurende tien jaar worden uitgeoefend.

 

De betekening van het vonnis doet een beroepstermijn van één maand lopen.

 

Vanaf de betekening beschikken partijen in principe nog slechts over één maand om principaal hoger beroep in te stellen.

 

Het hoger beroep kan worden ingesteld op vier wijzen:

1)bij akte van een gerechtsdeurwaarder die aan de tegenpartij wordt betekend;

2)bij contradictoir verzoekschrift

3)bij per post aangetekende brief

4)bij conclusie.

Ten aanzien van iedere partij die bij het geding aanwezig is of vertegenwoordigd is.

 

Net zoals het verzet schorst ook het hoger beroep tegen eindvonnissen daarvan de tenuitvoerlegging, tenzij de uitzonderingen door de wet bepaald.

(bijvoorbeeld uitvoerbaarheid bij voorraad)

 

Buitengewoon rechtsmiddel – Cassatie:

Het Hof van Cassatie neemt kennis van de beslissingen in laatste aanleg wegens overtreding van de wet of schending van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen en dit tegen beslissingen van hoven en rechtbanken gewezen in alle zaken en in laatste aanleg.

 

In principe is de termijn om zich in Cassatie te voorzien, drie maanden, te rekenen van de dag waarop de bestreden beslissing is betekend.

 

De voorziening in Cassatie wordt ingesteld bij contradictoir verzoekschrift in te dienen ter griffie van het Hof van Cassatie en opgesteld door een advocaat bij het Hof van Cassatie.

 

Cassatievoorziening heeft geen schorsende werking.

 

 

Derdenverzet:

Derdenverzet is een buitengewoon rechtsmiddel waardoor een derde een beslissing kan aanvechten die zijn rechten benadeelt.

 

 

Herroeping van gewijsde:

Herroeping van gewijsde is een buitengewoon rechtsmiddel tot herroeping van een in kracht van gewijsde gegane beslissing.

 

Ander rechtsmiddel:

Verhaal op de rechter in bepaalde omstandigheden door de wet opgesomd.

 

Eis tot intrekking in burgerlijke zaken:

Eis tot intrekking in burgerlijke zaken is een buitengewoon rechtsmiddel, dat de intrekking beoogt van een rechterlijke uitspraak die reeds in kracht van gewijsde is gegaan na een door het Grondwettelijk Hof (voorheen Arbitragehof) gewezen vernietigend arrest.

 

Dit rechtsmiddel wordt ingeleid voor het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen met de dagvaarding aan alle partijen en dient te worden ingesteld binnen de zes maanden na de publicatie van het arrest van het Grondwettelijk Hof in het Belgisch Staatsblad.­